Inventarisatie van de risico's

Bij de samenstelling van de beleidsnota Nota weerstandsvermogen en risicomanagement, die vastgesteld is in de gemeenteraad van 15 maart 2011, heeft een inventarisatie plaats gevonden van de mogelijke risico's die de gemeenten in het algemeen kan lopen. Deze cijfers zijn geactualiseerd voor de begroting 2017.

De risicokaart (zie het bijlageboek)  is als volgt samengesteld:

  • de kans dat zich een risico voordoet;
  • de mate van inschatting van een risico. De inschatting gaat van goed, via redelijk, slecht naar niet in te schatten;
  • betreft het een reguliere post of een niet reguliere post;
  • het geschat financieel gevolg bij het voordoen;
  • welke beheersingsmaatregelen van toepassing zijn en
  • het reëel financieel gevolg.

Op basis van die uitgangspunten komen we tot de volgende financiële risico's per programma en de paragrafen:

Omschrijving

Bedrag

Programma 1 Bestuur

199.940,00

Programma 2 Openbare orde en veiligheid

25.500,00

Programma 3 Ruimte

532.860,00

Programma 4 Sociaal domein

1.382.920,00

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

190.000,00

Paragraaf Bedrijfsvoering

554.695,00

Paragraaf Financiering

0,00

Paragraaf Verbonden partijen

409.455,00

Paragraaf Grondexploitatie

175.875,00

Totaal

3.471.244,00

Voor een specificatie van deze bedragen wordt verwezen naar de risicokaart in het bijlagenboek.

Deze berekende risico's zijn aanmerkelijk lager dan die van 2016, namelijk ruim 1,3 miljoen lager en dat wordt voornamelijk veroorzaakt door de lagere ingeschatte risico's in het kader van het sociaal domein en bij de grondexploitatie. De risico's in het kader van het sociaal domein zijn lager ingeschat en voorts staat daartegenover staat de reserve sociaal domein van € 1.100.000,00.
De totale risico's zijn berekend op € 3.471 miljoen. Ervan uitgaande dat de risico's zich niet tegelijkertijd zullen voordoen is rekening gehouden met 60% van de gekwantificeerde risico's en dat komt dan neer op 60% van € 3.471 miljoen is € 2.083.000,00.

De invoering van de Jeugdwet, de Wmo2015 en de Participatiewet brengt nieuwe uitdagingen en risico's met zich mee. Bij het opstellen van de primaire begroting 2015 hebben wij op basis van de op dat moment bekende informatie de begroting samengesteld. Bij de uitvoering van de Participatiewet en de (bestaande) individuele voorzieningen Wmo hebben we in de primaire begroting al rekening gehouden met een tekort in 2015. Dat is dus verwerkt in de begrotingscijfers. Voor het overige gaan wij er op dit moment vanuit dat de nieuwe taken in 2017 budgettair neutraal uitgevoerd kunnen worden. Wij zullen de Raad in de loop van 2016 en 2017 informeren over de financiële consequenties van de budgetten in het kader van het sociale domein. In ieder geval geeft de door de raad ingestelde reserve sociaal domein ad € 1.100.000,00 nog  ruimte om tijdelijke tegenvallers op te vangen.

Algemene conclusies
Als gemeente streven we na om de impact van de risico’s te minimaliseren. Dit betekent dat we een weerstandsvermogen beogen dat tenminste voldoende is. Dat komt neer op een ratio weerstandsvermogen tussen de 1,0 en 1,4.

Beschikbare weerstandscapaciteit 7.839

Ratio weerstandsvermogen =    ▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬▬      = 3,76

Benodigde weerstandscapaciteit 2.083

Op basis van deze berekening is de conclusie dat de weerstandscapaciteit ruimschoots voldoende is om de gekwantificeerde risico's op te vangen en hoger dan het gehanteerde uitgangspunt.
Vorig jaar was de ratio 3,03.