Financien

• het saldo van de begroting 2016 bedraagt na de Burap € 283.600,00 positief;
• de toevoeging aan de reserves is in 2017 aanmerkelijk lager namelijk € 3.323.300,00. Voor een specificatie van de toevoeging wordt verwezen naar hoofdstuk 4;
• lagere rentekosten externe financiering ad € 14.500,00;
• lagere kosten rente interne financiering  € 444.600,00 omdat enerzijds de rente die wordt toegerekend aan het eigen vermogen aanmerkelijk lager is gelet op de rentenotitie BBV en voorts wordt geen rente meer berekend over de voorzieningen;
• lagere salarislasten/toegerekende uren ad € 94.100,00 omdat de in 2016 toegerekende kosten in 2017 worden toegerekend aan het overzicht Overhead;
• in 2017 wordt op dit Programma de doorberekening van de rentelasten geraamd omdat de kostenplaats rente en afschrijving vanwege de wijziging van het BBV is komen te vervallen. Voor 2017 is dat een bedrag van € 1.659.700,00;
• hogere kapitaallasten ad € 15.800,00 voornamelijk vanwege het hogere renteomslagpercentage ( 2,5% in plaats van 1,75%);
• in de begroting 2017 zijn de lasten meegenomen voor het nieuwe beleid ad € 886.000,00;
• hogere raming voor de werkzaamheden voor belastingen ad € 10.200,00 o.a. vanwege de indexering.

• de beschikking over de reserves is aanmerkelijk, namelijk € 5.256.800,00 lager. Voor een specificatie van de beschikking in 2017 wordt verwezen naar hoofdstuk 4;
• lagere bespaarde rente van de reserves en voorzieningen ad € 443.000,00 vanwege de lagere rekenrente;
• een lagere algemene uitkering ad € 288.900,00 omdat de algemene uitkering 2016 op basis van de Meicirculaire in positieve zin is bijgesteld;
• een hogere algemene uitkering voor het onderdeel nieuwe taken Wmo ad € 78.500,00. Deze hogere uitkering is budgettair neutraal verwerkt door de uitgaven voor deze nieuwe taken bij te stellen;
• een lagere algemene uitkering voor het onderdeel jeugdzorg ad € 732.700,00. Deze lagere uitkering is budgettair neutraal verwerkt door de uitgaven voor de jeugdzorg neerwaarts bij te stellen;
• een lagere algemene uitkering voor het onderdeel participatie-wet  ad € 270.500,00. Deze lagere uitkering is budgettair neutraal verwerkt door de uitgaven voor de Participatiewet neerwaarts bij te stellen;
• de hogere raming voor de OZB belasting ad € 190.100,00. Voor 2017 is  rekening gehouden met een stijging van de OZB met 4,15% en daarnaast is rekening gehouden met volumegroei;
• in de begroting 2016 is rekening gehouden met een incidenteel voordeel van € 17.000,00 vanwege de vrijval van de verplichtingen uit 2016;
• per saldo is de stelpost nog te realiseren inkomsten / te realiseren bezuinigingen in 2017 € 171.800,00 lager;
• in 2017 is rekening gehouden met een hoger dividend BNG ad € 5.000,00;
• in 2017 is een beschikking geraamd over de voorziening ad € 782.000,00. Het betreft een vrijval van € 500.000,00 in de voorziening egalisatie tarieven rioolrecht en een beschikking over de voorziening egalisatie tarieven afvalstoffenheffing ad € 282.000,00 welke terug is gestort in de awr;

De mutaties in de meerjarenbegroting hebben in het algemeen betrekking op:

• Een stijging van de salarissen met 1,0% vanwege te verwachten generieke salariskostenstijging;
• Een stijging van de budgetten met 1,0% vanwege de te verwachten prijsstijging (inflatie);
• Een stijging van een deel van de budgetten van inkomensoverdrachten met 1,0% voor de te verwachten prijsstijging;
• Een stijging van de inkomsten van derden met 1,0% vanwege de te verwachten prijsstijging(inflatie);
• De vrijval van de kapitaallasten.

Voorts is rekening gehouden met de volgende mutaties:

• Bij het taakveld gemeentelijke belastingen wordt rekening gehouden met een stijging van de OZB-opbrengst met 1,0% jaarlijks vanwege de inflatiecorrectie en voorts wordt rekening gehouden met een jaarlijks hogere opbrengt van € 10.000,00 vanwege de toename van WOZ-objecten;
• Vanaf 2018 is rekening gehouden met een stijging van de ozb-opbrengst met 2% om in 2020 tot een sluitende meerjarenbegroting te komen;
• Bij het taakveld Reserves is de beschikking over de reserves vanaf 2018 lager vanwege eenmalige beschikkingen in 2017 tot een totaalbedrag van € 873.980,00:

• In 2017 is eenmalig beschikt over de reserve onderhoud gemeentegebouwen voor € 190.000,00 voor de uitvoering van de projecten in het kader van het onderhoudsplan gemeentelijke gebouwen;
• In 2017 wordt beschikt over de AWR voor de extra uitgaven voor duurzaamheid ad € 80.000,00 en voor extra formatie voor openbare orde veiligheid ad € 72.000,00;
• In 2017 is eenmalig beschikt over de AWR voor de incidentele uitgaven 2017 nieuw beleid ad € 533.160,00; voor een specificatie hiervan wordt verwezen naar het overzicht nieuw beleid;

• De ramingen voor de algemene uitkering in de meerjarenbegroting zijn gebaseerd op de Meicirculaire;
• Bij het taakveld algemene dekkingsmiddelen is rekening gehouden met de volgende mutaties:

• Verwerking in de meerjarenbegroting van de beleidsintensiveringen van 2017;
• Een autonome stijging van de post salarissen van € 10.000,00 jaarlijks vanwege de periodieke verhogingen;
• Een autonome stijging van € 10.000,00 jaarlijks voor beheer van de openbare ruimte vanwege de areaaluitbreiding. Dit is gebaseerd op een norm van € 200,00 per gereed gekomen woning/object.

Het overzicht van algemene dekkingsmiddelen, onvoorzien en vennootschapsbelasting heeft geen beleidsintensiveringen.