De begroting 2017 is opgesteld conform de geldende voorschriften voor gemeenten, het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten ingaande het begrotingsjaar 2017 (BBV 2016). Daarnaast is gehandeld overeenkomstig de verordening ex artikel 212 van de gemeentewet waarin de kaders voor de samenstelling van de begroting zijn aangegeven.
De begroting en de jaarrekening worden samengesteld op basis van het stelsel van baten en lasten. Dat betekent dat de baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, ook al leidt dat niet tot werkelijke inkomsten of uitgaven in dat jaar. De grondslagen waarop de baten en lasten zijn gewaardeerd komen tot uitdrukking in de financiële toelichting per programma.
Transitorische rente is opgenomen onder de te betalen kosten. Dit is conform de vigerende voorschriften.
De bouwgrondexploitatie maakt integraal deel uit van de begroting en de rekening van baten en lasten. Verantwoording vindt volledig plaats op product ONT0505.
De afschrijvingen worden voornamelijk op basis van lineair en annuïteit, inclusief de vastgesteld afschrijvingstermijnen berekend. De afschrijvingen zijn opgenomen onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Voor alle nieuwe investeringen wordt uitgegaan van het vastgesteld beleid conform de nota investering en afschrijvingsbeleid uit 2011.
Gehanteerde uitgangspunten bij de begroting 2017:
- Bij het opstellen van de begroting 2017 is uitgegaan van bestendig beleid. Afwijkingen ten opzichte van vorig jaar worden onder andere veroorzaakt door verwerking van door de raad in de loop van 2016 genomen besluiten inzake nieuw beleid.
- In de beheerstoelichting van de begroting hebben de eerste cijferkolommen betrekking op respectievelijk de baten en lasten volgens de jaarrekening 2015, de geraamde baten en lasten volgens de begroting 2016 nà wijziging (tot en met de besluiten van de raad van juli 2016) en de geraamde baten en lasten voor het dienstjaar 2017. Voor de leesbaarheid van het geheel worden evenwel slechts de drie jaartallen vermeld, zonder nadere aanduiding.
- Voor de berekening van de personeelslasten is uitgegaan van het "Herinrichtingsrapport ambtelijke organisatie gemeente Goirle" met daarin een voorstel voor de benodigde personeelsformatie.
In de begroting zijn de salarissen geraamd naar het salarispeil per 1 januari 2017, eventueel verhoogd met een periodiek.
Verdeling van de personeelskosten en kosten bestuursapparaat
De kosten van het bestuursapparaat worden toegerekend aan de in de begroting opgenomen taakvelden.
In april 2016 is de Notitie Overhead verschenen waarin wordt aangegeven hoe dient te worden omgegaan met de overhead.
Om de gemeenteraad op eenvoudige wijze meer inzicht te geven in de totale kosten van de overhead voor de gehele organisatie en ook meer zeggenschap over die kosten te geven, wordt voorgeschreven dat in het programmaplan een apart overzicht moet worden opgenomen van de kosten van de overhead. In de programma’s moeten dan de kosten worden opgenomen die betrekking hebben op het primaire proces.
Voor een verdere toelichting wordt verwezen naar het Overzicht Overhead.
- In bijlage I "Investerings- en financieringsstaat" van het bijlagenboek is een opsomming gegeven van de vaste activa waarop wordt afgeschreven. In deze staat staan niet die activa die volledig zijn afgeschreven en die gedekt zijn door bijdragen ten laste van reserves en voorzieningen.
- De algemene uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de meicirculaire van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mede namens de staatssecretaris van Financiën, van 31 mei 2016, kenmerk 2016-0000307164.
- In de begroting is een uniform rentepercentage (rekenrente) aangehouden van 2,50% kapitaalmarktrente.
Voor de rente over het eigen vermogen wordt uitgegaan van de stellige uitspraken in de notitie rente 2016 en voor Goirle betekent dit een rentepercentage van 2,29. Op basis van het voorgeschreven overzicht komen we uit op een renteomslagpercentage van afgerond naar boven op 2,50%.